Er zijn twee groepen 6. Groep 6a zit samen met groep5a in een combinatiegroep. Groep 6 b is een enkele groep.
De kinderen van groep 5a/6a krijgen op maandag, dinsdag, woensdag les van juf Monique en op donderdag en vrijdag les van juf Ina Molenkamp. De kinderen van groep 6b krijgen les van Juf Truus en juf Ina Greving.
Het dagelijks programma in de klas is:
's Morgens:
's Middags
Daarnaast wordt tijd besteed aan beeldende vorming. Verder krijgen zij twee keer in de week gymnastiek (op dinsdag- en woensdagmorgen).
Elke dag wordt op het bord genoteerd wat er die dag geleerd wordt. Toetsen worden op het bord geschreven en kunnen worden overgenomen op de kopieën die geleerd moeten worden. We proberen ervoor te zorgen dat leerlingen niet meer dan twee toetsen in dezelfde week hebben. Dit geldt niet voor controle dictees en de taal- rekentoets.
We werken volgens het directe instructie model. Dit houdt in het kort in dat kinderen, die al snel zelfstandig aan het werk kunnen, hier ook de mogelijkheid toe krijgen en dat kinderen die meer instructie nodig hebben, deze ook aangeboden krijgen. Voor kinderen die daarna nog extra instructie nodig hebben, is de instructietafel. Hier kan de leerkracht samen met een groepje kinderen de leerstof nog eens doornemen, op een andere manier aanbieden of extra hulpmateriaal gebruiken.
De methoden:
Taal:
Taal in Beeld 2
In Taal in Beeld zitten de kerndoelen voor taal, zoals die door de overheid zijn vastgelegd. Ieder blok van Taal in Beeld bestaat uit twaalf basislessen ( woordenschat, spreken en luisteren, taalbeschouwing en schrijven), die aangeboden worden in de drie eerste weken van het blok. De vierde week start met de toetstaak, gevolgd door herhalingstaken en plustaken.
Taal in Beeld maakt verschillende organisatievormen gelijktijdig mogelijk. De leerkracht kan bepalen of de leerlingen zelfstandig (individueel of in samenwerking met andere kinderen) of begeleid (klassikaal of in een groepje onder leiding van de leerkracht) aan de slag kan gaan. Taal in Beeld is opgebouwd uit vaste onderdelen (zie leerlingmateriaal): Wat ga je doen?, Op verkenning, Uitleg, Aan de slag en Terugkijken. Zo leren de leerlingen op een effectieve en efficiënte manier zelfstandig te leren. De verwerkingsopdrachten staan gedeeltelijk in het werkboek en gedeeltelijk in het taalboek.
Na de toets kunnen we vaststellen of de leerling een herhalingstaak moet maken (onderdelen die ze nog niet beheersen) of plustaken (verdiepingsstof).
Spelling:
Spelling in Beeld 2
Spelling is een belangrijke voorwaarde voor de schrijfvaardigheid. Voldoende spellingvaardigheid kan kinderen het zelfvertrouwen verschaffen dat ze nodig hebben om zich schriftelijk uit te drukken. Met deze methode is het mogelijk dat leerlingen (individueel of in tweetallen) zelfstandig leren.
Spelling wordt 3 keer per week gegeven. In elke les staat een bepaalde categorie centraal. Na les 7 wordt een oefendictee gegeven, waarna de leerlingen en leerkracht kunnen zien aan welke categorie nog extra aandacht besteed moet worden. Les 8 en 9 zijn herhalingslessen van het blok. Na deze lessen wordt het controledictee afgenomen.
Lezen:
Estafette
Elke dag is er tijd om zelfstandig in het leesboek te lezen. Alle kinderen krijgen elke maandag een leesblad op het hoogste instructieniveau mee naar huis om te oefenen. Een week later nemen ze het blad weer mee naar school, waar het nog een keer samen gelezen wordt.
Rekenen:
Wereld in Getallen 6
De methode bevat per leerjaar lesstof voor 36 weken. De leerstof is opgedeeld in 9 blokken van 4 weken. Wereld in Getallen heeft een vaste weekopbouw. Dit geeft kinderen houvast.
Per week worden er twee rekendoelen aangeboden. De les op vrijdag is een ‘test je’ les. De leerlingen en de leerkracht kunnen dan meteen zien waar nog extra hulp nodig is. In week 3 wordt de hele week aandacht besteed aan meten, meetkunde, tijd en geld. Op de donderdag in week 3 kunnen de leerlingen zichzelf nog een keer testen met ‘klaar voor de toets’. In week 4 kan dan nog aandacht besteed worden aan de onderdelen die nog niet voldoende beheerst worden. In week 4 wordt op vrijdag de toets afgenomen.
Elke les duurt 50 tot 60 minuten en heeft steeds dezelfde opbouw. De les start standaard met een automatiseringsoefening. Bij de instructie staat altijd 1 doel centraal. Cijferen krijgt veel aandacht. Maar ook het realistisch rekenen komt aan bod, zoals het werken met modellen, getallenlijn en verhoudingstabel. Oefenen en herhalen zorgen voor een goed fundament. Elk kind werkt dagelijks zelfstandig aan de dagtaak. In de opgaven komt alleen behandelde stof aan bod. Rekenzwakke kinderen krijgen verlengde instructie aan de instructietafel en werken met * of ** opdrachten. Zij krijgen één oplossingsstrategie aangeboden. Voor rekensterkte kinderen zijn er de *** opdrachten. Er wordt gedifferentieerd in niveau en in tempo.
De tafels goed kennen blijft belangrijk. Oefenen dus!! Ook thuis!
Merelstraat 3
9679 JE, Scheemda
0597 - 208008
obsfutura@sooog.nl